Scenariodenken in de publieke sector

In TPC, vaktijdschrift voor public governance, betoogt Paul de Ruijter dat het beter is de onzekerheid van de toekomst te omarmen.

In de publieke sector worden aan de lopende band beslissingen genomen die grote gevolgen hebben voor de lange termijn. Denk onder andere aan woningbouw, infrastructuur en onderwijsvoorzieningen. Vooruitkijken naar de toekomst is voor publieke organisaties dus essentieel, maar hoe doe je dat als die toekomst fundamenteel onzeker is? In een artikel in TPC, het vaktijdschrift voor public governance, audit en control, betoogt Paul de Ruijter dat publieke organisaties veel baat hebben bij scenariodenken. Door over verschillende scenario’s na te denken omarm je als organisatie de onzekerheid van de toekomst; dat werkt beter dan de toekomst zo exact mogelijk proberen te voorspellen. Mede door de coronapandemie zijn veel overheidsorganisaties al met scenariodenken begonnen. Het kost doorgaans ook veel minder tijd en moeite dan het uitwerken van exacte prognoses. Er zijn wel wat valkuilen, maar bij correct gebruik stellen scenario’s organisaties in staat om de toekomst steeds een stap voor te zijn.

“Er bestaan geen slechte scenario’s, alleen slechte voorbereidingen.”

Paul de Ruijter

“Met beeld en taal kun je de toekomst nu al vormgeven.”

Jolanda van Heijningen

“Je kunt de toekomst niet voorspellen, maar je deze wel voorstellen.”

Renate Kenter

“Het verleden laat zien hoe onvoorspelbaar de toekomst is.”

Friso van Nimwegen

“De complexiteit van de toekomst vraagt om multidimensionaal denken, anticiperen en handelen.”

Sharda Tewari

“Goed voorbereid zijn is beter dan hopen dat het goed komt.”

Reinier Hattink

“Onderzoek doen naar de toekomst is het mooiste dat er is.”

Femke Pennink

“Zonder duidelijk strategisch doel ben je een speelbal van de omstandigheden.”

Kwint Kramer

“Om na te kunnen denken over de toekomst, moet je zelf de cijfers op orde hebben”

Jannie Pruimers-Lanenga

“Het ontdekken van verbanden tussen data en trends blijft fascinerend.”

Iris Lijkendijk